De ‘Jerrycan’, een Duitse uitvinding
Dat Jerry de Engelse scheldnaam is voor `Duitser’ is bij velen bekend. Veel minder bekend is wat de Jerrycan daarmee te maken heeft.
Ontwikkeling van de Wehrmachtskanister
Het is heel eenvoudig. Het platte benzineblik met handvat en tuit is een Duitse uitvinding. De jerrycan werd in 1936 ontwikkeld door de firma Eisenwerke Müller & Co. in Schwelm. Door Ambi-Budd werd in 1937 een verbeterde versie ontwikkeld. De Duitse benaming was Wehrmachtskanister. In voorbereiding op de oorlog hadden de Duitsers in 1939 er duizenden van op voorraad, tijdens de oorlog maakten ze er dan ook volop gebruik van. In 1942 maakte het Engelse leger in Noord-Afrika enkele van deze blikken buit op de troepen van Rommel. Ze waren diep onder de indruk van hun bruikbaarheid. De blikken werden naar Engeland gestuurd, waar ze al snel in productie werden genomen.
De Jerrycan
De Britse militairen doopten het blik om tot een jerrycan, ofwel moffenblik. Later werd dit de officiële naam binnen de NAVO, behalve in Duitsland, waar ze nog steeds van Kanister spreken. De scheldnaam Jerry dateert overigens niet van de Tweede maar van de Eerste Wereldoorlog. Aanvankelijk werden er Duitse gevechtsvliegtuigen mee aangeduid. Maar al snel werd het ook de bijnaam voor Duitse militairen, samen met onder andere Fritz en Hun. Hoogstwaarschijnlijk is het een verbastering van German, en in het begin schreef men dan ook wel Gerry. Een van de oudere betekenissen van jerry, dat in het Engelse slang onder meer `pispot’ betekent, sloot goed aan bij deze scheldnaam.
Tien miljoen Jerrycans spoorloos..
Van de twintig miljoen Jerrycans die in Normandië vanaf D-Day aan land waren gebracht, waren er in augustus ongeveer de helft spoorloos verdwenen. Dit was voor de geallieerden een raadsel.. Wat was er mee gebeurd? Er zijn verschillende theorieën hierover; er zijn veel achtergelaten door de bemanningen van tanks en andere voertuigen, ze zijn gebruikt om schuilplaatsen van te maken, gebruikt als ‘blokken’ voor het repareren van voertuigen en ze zijn verkocht of gestolen. Een Amerikaanse divisie verbruikte tijdens hun opmars ongeveer 90.000 liter benzine per dag. Hierdoor nam het opperbevel dit probleem ook erg serieus. Er werd zelfs een grootschalige recycling programma opgezet, hiervoor werden ook krijgsgevangenen ingezet. Ook schoolkinderen waren gericht op zoek naar achtergelaten Jerrycans. In ruil hiervoor kregen de kinderen een certificaat die ondertekend was door Eisenhower.
Nog steeds in gebruik
De jerrycan met Duits / Brits ontwerp is nog steeds de standaard voor brandstof en andere vloeistoffen in de legers van de NAVO-landen. De Finse ontwerper Eero Rislakki ontwierp in 1970 een plastic jerrycan, deze werd uitgevoerd met een kleine schroefbare stop aan de bovenkant, achter de handgreep, om zo lucht naar binnen te laten stromen. Hiermee werd een soepele brandstofafvoer gegarandeerd. Het is lichter dan het oorspronkelijke ontwerp en toch bijna net zo stevig. Het werd al snel overgenomen door de Finse strijdkrachten en is commercieel verkrijgbaar.