Sinterklaas in tijden van oorlog: een blik op 1944-1945
In de donkere dagen van 1944 en 1945, te midden van de bezetting van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog, beleefden de mensen een bijzondere en uitdagende tijd rond het traditionele Sinterklaasfeest. Terwijl de oorlog voortduurde en het dagelijks leven gekenmerkt werd door schaarste en ontberingen, probeerden de Nederlanders toch vast te houden aan hun geliefde tradities.
In 1944 en 1945 stond de Nederlandse bevolking onder druk door de voedseltekorten en beperkte middelen. Desondanks wilden families koste wat kost het Sinterklaasfeest vieren, zij het in bescheidener vorm dan voorheen. Cadeaus waren schaars, maar de creativiteit en veerkracht van de mensen zorgden voor inventieve oplossingen.
Creativiteit en veerkracht in tijden van schaarste
Een opvallend fenomeen was de betrokkenheid van geallieerde troepen, met name de Canadezen, die een hartverwarmende rol speelden in het in stand houden van de Sinterklaastraditie. Zodra de Canadezen hoorden van het Nederlandse gebruik om op 5 december het Sinterklaasfeest te vieren, namen tal van geallieerde eenheden het initiatief om hieraan mee te werken. Ondanks dat de Goedheiligman niet bekend was in de Angelsaksische wereld, namen soldaten enthousiast de hoofdrollen van Sint en Piet op zich. In tal van regimenten werden Sinterklaasvieringen georganiseerd, waarbij kinderen werden verrast met cadeaus en lekkernijen.
Een treffend voorbeeld komt van het Canadese regiment Fort Garry Horse, dat op 6 december 1944 tweehonderd kinderen in Nederasselt en Balgoy bij Nijmegen verwelkomde. De sfeer van hoopvolle verwachting vulde de ruimte toen Sinterklaas en zijn geïmproviseerde Pieten, gespeeld door de Canadese soldaten, de zaal betraden. ‘In de gezinnen zet men koffie, thee of champagne klaar voor het nachtelijk bezoek van Sint-Nicolaas en zijn dienaren. Er is een goede en zwarte Piet. De eerste deelt snoep en geschenken uit, de tweede stopt stoute kinderen in de zak.
Er was een sfeer van hoopvolle verwachting toen de kinderen het bonte paard zagen binnenkomen (de schimmel was ziek) en een in kleurige jurken gestoken figuur, Sandy McPherson, voorafgegaan door de Pieten Davies en Howard Smith (de tandarts). Wat een opwinding! Toejuichingen van de oudsten, niet weinig tranen bij tieners en verbaasde gezichten bij de kleinsten. De kwaaie Zwarte Piet ontdekte hier en daar een stout kind, dat tot grote pret van de anderen werd opgetild en de zaal uitgedragen werd. Spoedig deelde de Sint cadeaus uit, waarvoor alle militairen een bijdrage hadden geleverd en die netjes waren ingepakt. Er was genoeg voor alle kinderen en toen ze naar huis gingen, wisten we dat het een goed bestede dag was geweest.’
Er was genoeg voor alle kinderen en toen ze naar huis gingen, wisten we dat het een goed bestede dag was geweest.
Kapitein George G. Blackburn, een Canadese observatieofficier voor de artillerie, maakte op 5 december 1944 voor het eerst kennis met het Sinterklaasfeest. Laat in de middag, terwijl de Sergeant-Majoor hem naar zijn onderkomen leidde, werd hij getuige van een betoverende gebeurtenis: een lange man met een witte baard, gekleed als een bisschop met een mijter en een mantel van paars en goud. Hij werd vergezeld door een man in extravagante bordeauxrode, oosterse kledij met een tulband in dezelfde kleur, die een bisschopsstaf droeg. Ze bewogen zich langzaam door de dorpsstraat, omringd door een zwerm zeer jonge kinderen.
De Sergeant-Majoor, die daar sinds de ochtend met de verkenningsploeg was, kon het fenomeen verklaren. “Dit is 5 december, de avond voor het feest van Sint-Nicolaas,” legde hij uit, “de dag waarop deze welwillende heer en zijn dienaar traditioneel cadeautjes brengen voor de brave kinderen van Nederland. Dit jaar moest hij echter aan de kinderen vertellen dat vanwege de oorlog sommige cadeautjes misschien niet mogelijk zouden zijn.”
In zijn boek ‘The Guns of Victory’ vervolgt Blackburn zijn beschrijving van het Sinterklaasfeest: ‘Welnu, het lijkt erop dat deze vader individuele Sinterklaas brieven schrijft aan zijn kinderen. Je ondervraagt hem zo goed als je kunt met sporadische Nederlandse woorden, terwijl je naar het kartonnen huis en het schrijfblok wijst. Hoewel hij alleen in het Nederlands antwoordt, wordt zijn bedoeling duidelijk wanneer hij enige pantomime toevoegt: het kartonnen huis is het enige dat ze van Sinterklaas hebben voor hun twee kleine kinderen die nu boven slapen. Je springt op en rent naar je kamer, waar je munitiekist met lekkernijen naast je slaapzak op de grond rust. Een blikje echte Canadese rode zalm, een zakje winegums (uit het laatste pakket van je moeder), en twee reusachtige melkchocoladerepen en een volle pond gezouten pinda’s (van je vrouw) vormen een behoorlijke stapel wanneer je ze naar binnen draagt en op de keukentafel voor de verbaasde vader plaatst. De ontroerende en vreugdevolle reactie van de man en vrouw zou bijna tranen kunnen opwekken. Je wijst naar de dingen en zegt “Sinterklaas”, en wijst dan naar boven waar de kinderen slapen. Dan wijs je naar jezelf en schudt je hoofd “nee, nee”, en herhaalt opnieuw “Sinterklaas” terwijl je wijst naar het snoepgoed en de pinda’s. Wanneer ze uiteindelijk beseffen dat de kinderen moeten geloven dat de cadeautjes van Sinterklaas komen, knikken ze met een glimlach en vegen ze hun tranen weg.’
De ontroerende en vreugdevolle reactie van de man en vrouw zou bijna tranen kunnen opwekken.
Een ander opmerkelijk verhaal is van het Canadese regiment ‘The Black Watch of Canada’, gelegerd in de omgeving van Cuijk. In hun War Diary van 6 december 1944 werd genoteerd hoe soldaten pakketjes samenstelden met snoep, chocolade en cake uit ontvangen pakketten, en deze stiekem bezorgden bij families in Cuijk als dank voor hun gastvrijheid. ‘Vandaag is in dit land het feest van Sint-Nicolaas, waarbij het gebruikelijk is om cadeautjes aan de kinderen te geven. Sommige mannen stelden pakketjes samen met snoep, chocolade en cake uit pakketten die ze van thuis hadden ontvangen. Op slinkse wijze lieten ze deze bezorgen bij de families in Cuijk die zo vriendelijk voor hen waren geweest tijdens hun verblijf daar.
De jongens van de A Company speelden in Malden Sinterklaas voor de kinderen in het huis waar ze hun kantoor hadden. Ze vulden klompen met snoep en andere lekkernijen die geliefd zijn bij kinderen over de hele wereld. Bij het ontwaken in de ochtend ontdekten ze dat ze de ontvangers waren van vier eieren en een half pond boter, cadeaus vermoedelijk van Sint-Nicolaas.’
Sommige mannen stelden pakketjes samen met snoep, chocolade en cake uit pakketten die ze van thuis hadden ontvangen.
De schimmel ingeruild voor een moderne jeep
In het bevrijde Maastricht ging een bijzondere Sinterklaas langs de scholen. Zijn schimmel had hij ingeruild voor een moderne jeep, aangezien er door de oorlogsinspanningen geen plek meer was voor het dier op de schepen. Deze niet-traditionele Sinterklaas sprak vloeiend Engels, opgedaan tijdens zijn doorreis in Amerika. Hoewel hij met appels strooide in plaats van pepernoten, werd zijn aanwezigheid door de kinderen met vreugde begroet. Het was een illustratie van hoe de Sinterklaastraditie, ondanks de omstandigheden, levendig bleef en zelfs een internationaal tintje kreeg. Ook in andere steden zoals Grave, Escharen en Velp werden Sinterklaasfeesten georganiseerd door geallieerde soldaten, die de kinderen verrasten met cadeaus en lekkernijen. De Graafsche Courant bevatte bedankberichten voor de soldaten, die met hun initiatieven het Sinterklaasfeest tot onvergetelijke gebeurtenissen maakten. Het weeshuis in Oss werd bezocht door Britse soldaten die, ondanks niet vertrouwd te zijn met de Nederlandse traditie, het feest met cadeaus en lekkernijen tot een succes maakten.
De vreugde en dankbaarheid van de kinderen
De positieve impact van deze geallieerde betrokkenheid wordt treffend beschreven door John Honsberger van de 4th Canadian Armoured Division. Hij herinnert zich het organiseren van een Sinterklaasfeest voor Nederlandse kinderen, waarbij soldaten een klein concert gaven en zelfs een tapdansuitvoering opvoerden. ‘Het besluit werd genomen om een feest te organiseren voor deze Nederlandse kinderen. Zij zouden aanwezig zijn, en we zouden een klein concert geven, met degenen die muziekinstrumenten hadden, samen met een toneelstuk. Ik herinner me nog dat er een man opstond en een soort tapdans uitvoerde, wat behoorlijk indrukwekkend was met zijn grote, zware legerlaarzen. Het was geweldig om te zien hoe deze kinderen lachten, en daarna trakteerden we hen op een feestmaal. Het was indrukwekkend; hoewel we onze rantsoenen hadden, was dat niet voldoende. Interessant was dat bijna iedereen iets in zijn rugzak leek te hebben van thuis, en we schonken al deze items aan het feest. Het was hartverwarmend om te zien hoe deze kinderen, hoewel het voedsel voor ons misschien niet opwindend was, het als iets ongelooflijks beschouwden. Voor velen van hen was het voedsel vanwege hun leeftijd iets dat ze zich niet konden herinneren. Het was ongelooflijk hoe gelukkig we deze kleine kinderen maakten. Ik herinner me dat ik nog nooit iemand zo gelukkig had gemaakt als deze kinderen.’
In de Antonius-Abtkerk in Horssen organiseerde het 7th en 8th Reconnaissance Regiment op 7 december 1944 een hartverwarmend Sinterklaasfeest voor 300 kinderen. Het oorlogsdagboek vermeldt dat zowel de jonge feestvierders als de manschappen volop genoten van het festijn. Het hoogtepunt van de viering was de opvallende aankomst van Sinterklaas en zijn trouwe metgezel, die arriveerden in een gepantserd voertuig. De feestvreugde was zo groot dat de burgemeester en wethouders hun waardering niet onder stoelen of banken staken. Als blijk van dank stuurden ze een hartelijke brief naar de manschappen van het 7th en 8th Reconnaissance Regiment, waarin ze hun erkentelijkheid uitspraken voor het fantastische evenement.
We zijn ervan overtuigd dat niet alleen de kinderen, maar zelfs de ouders een mooie herinnering zullen overhouden aan dit feest.
De vreugde en dankbaarheid van de kinderen, die zelden dergelijke traktaties hadden ervaren, weerspiegelen de kracht van eenvoudige gebaren te midden van moeilijke tijden. Nijmegen, dat in het najaar van 1944 al bevrijd was, liet zien dat het feest van Sinterklaas doorging ondanks de voortdurende frontlinies en onveilige omstandigheden. In het Nijmeegs Dagblad van 6 december 1944 werd beschreven hoe overal in de stad Sinterklaas enthousiast werd begroet en cadeaus werden uitgedeeld. De geallieerde autoriteiten werkten volledig mee aan de aanvoer van geschenken, en de militairen waren glunderende toeschouwers bij het plezier van de kinderen;
‘Het goede oude Sinterklaasfeest is ook dit jaar door vele kinderen in Nijmegen gevierd. (…) Welk een vreugde, dat de oude heilige den weg naar Nijmegen zelfs nu wist te vinden. Overal werd hij begroet met enthousiasme, overal werd hij toegezongen en nergens keerden de kinderen huiswaarts met leege handen. Integendeel, er waren verschillende lekkernijen, zelfs borstplaatjes, groote koeken, fleschjes limonadesiroop enz., terwijl ook hier en daar degelijk ondergoed door Sint en zijn knecht werd uitgereikt. De aanvoer van de geschenken is met volledige medewerking der geallieerde autoriteiten geschied en op menig feest zag men militairen als glunderende toeschouwers bij de pret der kinderen.(…) Ze straalden, de kinderen. Ze vergaten een oogenblik hun kleine -thans wellicht groote- kinderzorgen. En de ouders die hun kroost haalden en weer veilig thuis bezorgden, lachten mee met de verhalen over hoe het wel geweest was. Er was een vreugdestemming in veel gezinnen. Het was toch Sinterklaas….’
Er was een vreugdestemming in veel gezinnen. Het was toch Sinterklaas….
Het hoogtepunt van deze bijzondere Sinterklaasvieringen kwam in november 1945, toen Nederland geheel was bevrijd. De landelijke intocht van Sinterklaas in Amsterdam werd groots gevierd, met zestien Canadese Pieten die in Jeeps door de stad reden. Duizenden kinderen zongen vol vreugde terwijl Sinterklaas zich een weg baande door de hoofdstad. Het feest was compleet met extra snoepbonnen voor de kinderen, een welkome traktatie na jaren van schaarste. Deze bijzondere verhalen uit de geschiedenis illustreren hoe het Sinterklaasfeest, ondanks de oorlogsomstandigheden, een lichtpunt van hoop en vreugde was voor de Nederlandse bevolking.
Het Sinterklaasfeest in het Canadese oorlogsjournaal van december 1944.