De slag om Geilenkirchen
Op 18 november 1944 lanceerden de geallieerden een offensief om de Duitse stad Geilenkirchen in te nemen. Omdat de stad aan de Duitse grens van de Britse en Amerikaanse legers lag, werd Geilenkirchen veroverd in een gecombineerde Anglo-Amerikaanse operatie genaamd Clipper. Het was de eerste slag op Duitse bodem voor het Britse leger. Van deze slag hebben wij een unieke toen en nu foto reportage gemaakt.
De Duitse stad Geilenkirchen ligt aan de rivier de Wurm, zo’n 20 kilometer ten noorden van Aken. Zowel de Britse 43rd (Wessex) Division als de US 84th Infantry Division namen deel aan deze operatie, beide formaties kregen steun van gepantserde eenheden. Deze toen en nu foto laat zien hoe Britse soldaten van de Wessex Division vertrekken naar de startlijn van het offensief, langs de steenfabriek van Paul Teeuwen & Zonen in Gillrath. Het eerste huis is gesloopt, het huis op de achtergrond is nog zichtbaar.
Op de onderstaande foto zijn tanks te zien van de 4th/7th Dragoons Guards die het dorp Gillrath vanuit het westen binnenkomen om de aanval van de 214th Brigade van de Britse 43rd (Wessex) Infantry Division te ondersteunen. De Sherman ‘Crab Mine’ Flail Tank die links geparkeerd staat behoort tot het C-Squadron van de Lothians en Border Yeomanry, toegewezen om de 43rd Division te ondersteunen. Deze tanks kwamen tijdens de aanval vast te zitten in de modder en konden de mijnen niet meer ruimen. Als gevolg hiervan moest de engineers de mijnenvelden met de hand opruimen.
Op de onderstaande toen en nu foto is te zien hoe de eerste Duitse gevangenen uit de Duitse dorpen Niederheide en Rischden via de noordelijke uitvalsweg in Gillrath worden weggevoerd. In de tegenovergestelde richting staan de voertuigen van de 7th Somerset Light Infantry en het 1st Worcestershire Regiment (43rd (Wessex) Infantry Division) opgesteld. Over het algemeen was het Duitse verzet tijdens de eerste Britse aanvallen op 18 november 1944 sporadisch en licht, veel Duitse soldaten in de frontlinies gaven zich snel over. Dit kwam mede door de zware artilleriebeschieting dat aan Operatie Clipper voorafging.
Ongeveer 250 Britse kanonnen van het Britse XXX Corps openden om 11.00 uur het vuur voor een 12 minuten durend artillerievuur, waarvan een groot deel bestemd was voor het kleine dorpje Bauchem, direct ten westen van Geilenkirchen. Deze foto illustreert ook goed de verkeersopstopping die de 5th Duke of Cornwall’s Light Infantry hinderde tijdens de aanval op Hochheid. De twee huizen aan de Püttstrasse staan er na 77 jaar nog steeds onveranderd, tegenwoordig zijn het de laatste huizen in Gillrath. Het was moeilijk om de juiste hoek te krijgen voor deze toen en nu foto, dus ze komen niet precies overeen.
In de ochtend van 19 november 1944 begon de Amerikaanse 84th Infantry Division aan de derde fase van Operatie Clipper. Tijdens deze fase zou het Amerikaanse 333e Regiment een frontale aanval uitvoeren op de Duitse stad Geilenkirchen. Het plan was om twee compagnieën langs de rivier de Wurm te sturen, waarbij het A Squadron van de Sherwood Rangers tankondersteuning zou bieden. De twee comapgnies rukten allebei tegelijkertijd op, maar de communicatie werd onmiddellijk verbroken vanwege de defecte radio’s waardoor de beide compagnies aan hun lot aangewezen waren.
De A-Company moest door mijnenvelden, loopgraven en prikkeldraadversperringen oprukken tot ze om 09:00 uur de eerste huizen van de bebouwde kom van Geilenkirchen bereikten. Vanaf dat moment raakten de Amerikaanse soldaten verwikkeld in huis-aan-huisgevechten en werd bijna elk huis als een fort verdedigd. Het kostte de A-compagnie een uur om de eerste twee huizen te zuiveren.
De compagnie vorderde langzaam over de hoofdweg en op een methodische manier zuiverden de Britse tanks en infanterie elk huis en elke straat. Om 14.30 uur had de A-compagnie de Duitse stad gezuiverd. Deze toen en nu foto toont Amerikaanse soldaten van de A Company en Britse tanks van de Sherwood Rangers die op Duitse sluipschutters schieten in een gebouw aan de linkerkant. Het gebouw op de achtergrond is het St-Elisabeth-Krankenhaus.
Een van de belangrijkste doelen van de 43e Wessex Infantry Division tijdens Operatie Clipper en de aanval op Geilenkirchen was het dorp Bauchem. Voorafgaand aan de aanval was het dorp zwaar beschoten door 250 kanonnen van het Britse XXX Corps, waardoor het dorp in puin was veranderd. De 5th Dorsets kregen op 18 november 1944 rond 15.30 uur het bevel om de aanval in de zuidoostelijke richting van Bauchem uit te voeren. Het Duitse verzet werd snel neergeslagen, het zware artilleriebombardement had de Duitsers gedemoraliseerd en ze gaven zich gemakkelijk over. Deze toen en nu foto laat zien hoe Britse soldaten van de 5th Dorsest het zwaar verwoeste dorp Bauchem zuiveren. De huizen staan er nog steeds en als u goed kijkt kunt u zien waar de gevechtsschade is hersteld.
Op 21 november 1944 had de Amerikaanse 84th Infantry Division Prümmern, Geilenkirchen en Süggerath veroverd, maar de strijd was nog niet voorbij. De einddoelen van de vierde dag van Operatie Clipper waren Müllendorf, Würm en Beeck. Deze dorpen lagen midden in de sterke sector van de Siegfriedlinie. Het hele gebied was omringd door bunkers, mijnenvelden, loopgraven en geschutsopstellingen. Deze dorpen blokkeerden nu de opmars route naar de Roer en moesten worden ingenomen. De aanval op de drie dorpen begon in de stromende regen, waarbij het 333e Infanterie Regiment een frontale aanval lanceerde vanuit Süggerath op Müllendorf en Würm, en het 334e Regiment een andere frontale aanval, vanuit Prümmern op Beeck.
Het werd een nachtmerrie voor de Amerikaanse bataljons, door de zware Duitse tegenstand werd slechts een paar honderd meter terrein gewonnen. Geen van de dorpen kon ingenomen worden waardoor operatie Clipper volledig was vastgelopen in de regen en modder van de Duitse winter. De 84th Division bleef nog vier weken doorgaan met de aanvallen op de drie dorpen. Op 29 november 1944 werd de aanval hervat, ditmaal op Lindern, het dorp achter Beeck, om het doel van de achterzijde te kunnen aanvallen. Beeck werd de volgende dag ingenomen maar Müllendorf en Würm vielen pas op 18 december 1944 – een volle maand na het begin van operatie Clipper. Op de onderstaande toen en nu foto is een Sherman tank te zien van de 4th/7th Dragoons in Gillrath. De tanks kwamen tijdens operatie Clipper vaak vast te zitten in de modder, hierdoor was tankondersteuning niet altijd mogelijk.
Bronnen:
– Toen en Nu ’40 – ’45, De slag om Geilenkirchen door Karel Margry
– The Assault on Germany: The Battle for Geilenkirchen door Ken Ford