Franse SAS aanval Pastorie Gasselte
De aanval van de Franse SAS op de Pastorie van Gasselte
Begin oktober 1944 wordt in Gasselte een afdeling van het National Sozialistisches Kraftfahr. Korps (NSKK) gelegerd. Zij bestaat uit Nederlandse vrijwilligers die als chauffeurs transporten uitvoeren voor de Duitse Wehrmacht. Alleen de commandant, Obersturmführer Klaus, is een Duitser. Het hoofdkwartier is gevestigd in de pastorie. Voor de staf worden bij burgers kamers gevorderd. De verhouding tussen de NSKK en de inwoners van Gasselte is gespannen. Het autoritaire optreden van de NSKK-ers heeft hen tot vijanden van de dorpsgemeenschap gemaakt. In de nacht van 7 april worden ongeveer 60 man van de sticks van kapitein Paul de Gramond, luitenant Jean Appriou, luitenant Michel Legrand en 2e luitenant Henri Stéphan bij Gasselte gedropt. De meesten landen niet ver van hun geplande landingsplaats in de bossen westelijk van Gasselte.
Vroeg in de morgen kloppen enkele parachutisten aan bij de woning aan de bosrand richting Gasselte tegenover het “Hemelrijk”. De bewoner, R. Pronk, is een verzetsman van het eerste uur. Als het licht wordt vindt hij achter in het bos nog een groep parachutisten. Intussen is ook de verzetsbeweging op de hoogte van de landingen. Uit inlichtingen van de Fransen blijkt dat er nog verschillende mannen ontbreken. De hele zondag zijn de verzetsmensen bezig deze te zoeken. Anderen verzamelen de containers met munitie, wapens en voedsel. De parachutisten voeren diverse acties uit op Duitse colonnes. Inmiddels zijn ook de Duitsers en de NSKK-ers gealarmeerd over de luchtlandingen. In de veronderstelling dat er duizenden parachutisten geland zijn wagen ze zich niet in de bossen. Gasselters die contact met de Fransen gehad hebben worden op weg naar huis door Duitse wachtposten aangehouden. Ze worden meegenomen naar de pastorie voor ondervraging maar daarna naar huis gestuurd.
Pas zondagavond zendt radio Oranje vanuit Engeland een codebericht uit: ”De boot is omgeslagen”. Dat betekent dat de verzetsbeweging in actie moet komen om inlichtingen te verzamelen voor de gelande parachutisten.
De parachutisten in het staatsbos bij Gasselte zijn verdeeld over twee commandoposten. De eerste bevindt zich in vak 46 ongeveer 1 ó km van het huis van Pronk, de andere in vak 36 achter in het bos. Voor de onderlinge verbinding beschikt men over radio-zend/ontvangers, z.g. Jedburgh sets.
De radiopost “Archiviste 36” in de staatsbossen bij Gasselte.
Bij de inlichtingen die de verzetsmensen aan de Fransen verstrekken wordt ook de aanwezigheid van de NSKK in Gasselte doorgegeven. De parachutisten besluiten een aanval uit te voeren op de pastorie om de staf uit te schakelen.
Het aanvalsplan is als volgt:
- Aan de ingang van het dorp zal vaandrig Albert Bacuez met een Brengun de weg onder schot houden.
- De stick van luitenant Jean Appriou zal langs de noordelijke kant optrekken naar de pastorie om de vijand uit te schakelen en daarna naar het oosten afbuigen.
- De stick van luitenant Michel Legrand moet langs de zuidelijke kant van de weg optrekken, de vijand aanvallen en eventuele huizen zuiveren.
- De stick van kapitein Paul de Gramond dient een omtrekkende beweging naar het noorden te maken om zodoende de terugweg van de vijand af te snijden en de aanvoer van versterkingen te verhinderen.
- Sergeant Louis Le Goff moet met enkele mannen een omtrekkende beweging door het zuiden maken en zo de Dorpsstraat afsluiten.
De aanval zal aan het begin van de middag uitgevoerd worden, omdat naar verwachting de bewaking na het eten niet zo scherp zal zijn. Als herkenning zullen de parachutisten na het beëindigen van de actie gele halsdoeken dragen. De mannen die de aanval zullen uitvoeren gaan eerst naar de woning van Pronk vanwaar men naar Gasselte zal oprukken vergezeld van gidsen van het verzet uit Gasselte en Korstvlies. Gasselte wordt zonder moeilijkheden bereikt. In looppas voeren de mannen het omsingelingsplan uit. Appriou trekt met zijn mannen naar de pastorie en opent het vuur. Hoewel de NSKK-ers totaal verrast zijn herstellen ze zich snel. Vanuit de ramen worden de para’s heftig beschoten. Vooral vanuit het achterhuis komt hevig vuur van een mitrailleur bedient door A. v.d. Hoek. De Fransen bevinden zich in een nadelige positie omdat ze te dicht bij de ramen liggen waardoor verplaatsen bijna niet mogelijk is. Daarbij komt nog dat men achter de bomen van de hof in dekking ligt waardoor doeltreffend vuur uitbrengen moeilijk is.
De Pastorie van Gasselte.
Korporaal Bégue wordt daarbij dodelijk getroffen en sergeant Briand raakt gewond. Intussen is ook Legrand aan de voorzijde van het gebouw tot de aanval over gegaan, zodat de vijand nu van twee kanten aangevallen wordt. Om een einde aan het gevecht te maken willen de Fransen een stormaanval op het gebouw ondernemen en daarbij handgranaten door de ramen naar binnen gooien. Zover komt het echter niet. De mitrailleurschutter v.d.Hoek wordt geraakt waarna de andere NSKK-ers voor de fel vechtende parachutisten op de vlucht slaan. De meeste worden echter door de mannen van Legrand gevangen genomen. Van de gevechtspauze die nu ontstaan is maken verschillende NSKK-ers die niet in de pastorie waren gebruik om te vluchten. De meesten worden door de Fransen opgespoord waarbij er twee doodgeschoten worden. Omdat het niet uitgesloten is dat de Duitsers versterkingen laten aanrukken, besluiten de parachutisten zich met hun gevangenen in de bossen terug te trekken. Daarbij nemen ze een stafauto die bij de pastorie stond mee. Een vrachtwagen met levensmiddelen laten ze achter voor de burgerij.
De gevangenen worden met parachutekoord vastgebonden. De twee officieren, de Duitser Klaus en de Nederlander Van de Bent worden, nadat zin hun erewoord gegeven hebben niet te zullen ontsnappen, niet vastgebonden. Links de buitgemaakte stafauto, op de achtergrond het tijdelijke graf van korporaal Fernand Bégue. Hij is in 1949 overgebracht naar zijn geboorteplaats Anjananarivo op Madagaskar.
Zij beginnen met iedereen, mannen en vrouwen, die zich op straat bevinden bijeen te drijven op het schoolplein. Als dat vol is worden de mannen in de kerk gedreven, de vrouwen blijven achter. Om half vijf in de middag worden de vrouwen vrijgelaten maar alle mannen van het dorp moeten zich nu bij de kerk melden. In totaal worden meer dan 300 man in de kerk opgesloten. De Duitsers dreigen daarna de kerk op te blazen. Na bemiddeling van de NSB burgemeester J.E. Tuin laten de Duitsers uiteindelijk alle mannen vrij met uitzondering van zestien die zich vrijwillig hebben moeten melden omdat ze aan de plundering meegedaan hebben. Hierbij zijn ook echter enkelen die door de beide NSKK-ers uit het dorp aangewezen zijn. De mannen worden lopend naar Gieten gebracht waar ze in een koelwagon opgesloten worden. Vandaar worden ze op 11 april overgebracht naar de gevangenis in Assen. Een Franse poging hen te bevrijden mislukt helaas omdat de trein waarmee de mannen vervoerd worden al vertrokken is. Op vrijdag 13 april worden de mannen van Gasselte in Assen door de Canadezen bevrijd. Omdat de Fransen nu ook hun gevangenen moeten onderhouden zijn hun voorraden niet toereikend. Daarom wordt via de radio aanvulling gevraagd. Twee Typhoons droppen in de loop van 10 april vier containers met wapens, munitie, medicamenten en voedsel. De gevangenen zien met verbazing dat hun vijand zo maar bevoorraad kan worden.