Het veulen, dat huzaar werd..
Twee weken achtereen hadden de gevechten behoord dat de hevigste, die de Canadese militairen zich van het Italië uit de Tweede Wereldoorlog konden herinneren. Maar nu waren alle acties vastgelopen op de akkers bij, niet ver van Rimini. Daar slopen, half september 1944, acht militairen behoedzaam over een heuvelrug, belanden met gereedschap, waarmee ze een onklaar geraakte tank hoopten te repareren.
Op de terugweg naar hun onderdeel zagen ze haar: een slank, bruin merrieveulen, nog maar een paar maanden oud, gewond, bloedend, wild van angst en uitgehongerd. Voortdurend liep ze in een kring rond het opgezwollen karkas van haar moeder, die was omgekomen in het granaatvuur, dat als een donderbui op Coriano was neergekomen. Omdat de tankmecano’s met haar te doen hadden, vingen ze het arme dier en namen haar mee. Terwijl de soldaten om beurten naast hun wagen liepen en het veulen meetrokken, spraken zij erover, hoeveel het hun zou opleveren en hoe ze dat geld dan zouden opmaken. Maar toen zij zich weer bij hun onderdeel, het 8th Regiment Princess Louise’s New Brunswick Hussars, melden, kwam men tot een meer verheven bestemming voor het dier. Iemand wierp er een keurende blik op en stelde toen prompt voor om het veulen tot regimentsmascotte te bevorderen!
Het werd goed verzorgd en de soldaten scharrelden legerrantsoenen bij elkaar om het jonge paard in leven te houden. Wonderbaarlijk vlug knapte het op en geen sterveling dacht erover om het af te staan. Zij hadden haar intussen de naam “Princess Louise” gegeven, naar prinses Louise Carolina Alberta, de jolige vierde dochter van Koningin Victoria. Het regiment droeg ook haar naam. Eén van de eerste verzorgers van huzaar E.A. Jackson, die haar er in korte tijd deed uitzien als een glanzend cavaleriepaard.
In februari 1945 kreeg het Eerste Canadese Legerkorps orders zich bij het Eerste Canadese Leger in Noordwest-Europa te voegen. De soldaten dachten er niet aan om het paard achter te laten. In een legertruck werd, zo onzichtbaar mogelijk, een plaatsje ingeruimd. water, voer..wijn – wat heel nuttig kon zijn om haar stil te houden – werden met de militaire uitrusting in de truck geladen; samen met huzaar Jackson ging zij op reis naar andere fronten. Toen het in mei 1945 vrede werd, wachtte zij met de huzaren maandenlang op terugkeer naar Canada.
In Eelde, nabij Groningen was het wachten voor Princess Louise een plezierige belevenis; in de weelderige groende weiden rondom het dorp Eelde werd de “prinses” dik en rond. Toen ze een keer de huzaren voorbij zag marcheren, sprong ze over de afrastering om zich bij hen te voegen! Bij elke parade liep ze mee, glimmend geroskamd, met gekamde manen en tenslotte zelf in een eigen uniform. Een blauwe deken, waarop haar naam, het regimentswapen, het bruine distinctief van de Vijfde divisie, haar medailles voor trouwe dienst en gevechtshandelingen.
Bij een deel van de bevolking van Eelde werd ze al “ons paard” genoemd. In januari 1946 kwam het regiment terug in Sussex (New Brunswick), terwijl de ‘prinses’ in maart met een Nederlands lijnschip in New York aankwam, waar de huzaar Jackson haar stond op te wachten. Er wachtte haar een welkom, zoals in Canada nooit aan een paard ten deel was gevallen. In de loop der jaren nam zij aan een tiental parades deel. Dan leidde een huzaar haar aan de teugels achter de kolonel, de adjudant en de oudste regimentsofficier aan. Wanneer alles stond aangetreden, nam ze haar plaats in op de rechterflank. Was eenmaal het bevel: “geeft…acht!” gegeven, dan verroerde zij geen haar meer! Voor een herdenkingsparade in 1952 werd zij overgebracht naar Eelde. In 1954 zorgde zij voor een trouwe opvolgster. Toen werd een bruin merrie veulentje geboren: het kreeg de naam: “Princess Louise II”. In 1973 – inmiddels 29 jaar oud – was Princess Louise I uitgeteld en stierf. Op een morgen in augustus vond haar begrafenis plaats, naast het oorlogsmonument in Hampton. Onder enorme grote belangstelling wijdde de veldprediker de van inscriptie voorziene steen in, die de laatste rustplaats aangeeft van één van de beroemdste mascottes uit de Canadese militaire geschiedenis.
Terug naar touroverzicht