Twee 90-jarige veteranen springen opnieuw uit het vliegtuig boven een historische locatie
Meer dan 70 jaar geleden diende Fred Glover bij de Britse Airborne Division tijdens de Tweede Wereldoorlog. Zijn glider werd door luchtafweergeschut geraakt tijdens de landing in Normandië. Hij crashte in een nabijgelegen boomgaard in de buurt van de Merville batterij in het noordwesten van Frankrijk. Door de crash had hij erge verwondingen aan zijn benen, na een korte tijd werd hij dan ook gevangen genomen door een Duitse patrouille. De Duitse patrouille was vergevingsgezind en hij werd afgevoerd naar een ziekenhuis in Parijs waar hij na genezing van zijn wonden ontsnapte met steun van het Franse verzet.
Vandaag, op de leeftijd van 90 jaar, sprong Glover opnieuw van duizenden meters naar beneden, dit keer niet in een Glider maar met een parachute. Hij sprong uit het vliegtuig om geld in te zamelen voor de London Taxi Benevolent Association For War Disabled.
Samen met zijn vriend Edward “Ted” Pieri, ook 90 jaar en veteraan van de 1st Airborne Division, spronden ze van 12.000 voet met een parachute uit het vliegtuig. Aan het eind van de week springen ze opnieuw in hun felrode jumpsuits en een veiligheidsbril, ditmaal op de Old Sarum vliegveld in Salisbury. Beide sprongen worden gehouden om geld in te zamelen.
“Ik ben helemaal niet nerveus en we kijken uit naar de sprong,” verteld Glover voor de sprong. Ze doen de sprong in Salisbury samen met de Red Devils- het officiële parachute display team van The Parachute Regiment en het Britse leger. Terwijl Glover Normandië en de Merville batterij vaak heeft bezocht, helpt de landing op de historische locatie zeven decennia later hem de geschiedenis te herschrijven. Als lid van de 9e Parachute Battalion ‘A Company’ in de Britse 6th Airborne Division, was zijn missie in juni 1944 het vernietigen van de Duitse batterij bij Merville – dat zou de geallieerden helpen om voor de D-Day landingen de oostelijke sector van de vijf stranden en de twee bruggen over de rivier de Orne en het Caen kanaal veilig te stellen.
Even na middernacht op 6 juni 1944 werd Glover met een bataljon (9e Parachute Battalion ‘A Company’) van de 6e Britse Luchtlandingsdivisie ingezet om het kanon van de Duitse batterij van Merville te vernietigen. De geallieerde inlichtingendiensten zagen deze vier versterkingen, een paar kilometer landinwaarts en bewapend met zware kanonnen als een serieuze bedreiging voor de landingen op Sword Beach. Luitenant-kolonel Terence Otway en zijn 9th Parachute Battalion moesten deze gevaarlijke missie volbrengen. Het 9th Battalion moest de vier versterkingen aanvallen in een omgeving vol met prikkeldraad en bezaaid met mijnen en machinegeweernesten. De aanval kende vele tegenslagen. De 750 para’s waren verspreid neergekomen en enkel 150 van hen kon zich verzamelen. Ook moesten ze het stellen zonder aanvalsapparatuur. Maar de aanval ging gewoon door. Na een half uur van felle gevechten werd de batterij ingenomen. Bijna de helft van de Britse para’s was gedood of gewond. Van de 130 Duitse soldaten van het 1716e Artillerieregiment overleefden slechts een kwart. Toen de bolwerken waren ingenomen werd het duidelijk dat de inlichtingendiensten het kaliber van het kanon had overschat.
Een Frans-Brits samenwerking resulteerde in de opening van het Merville museum in 1983. Het museum ligt op de plaats waar de slag plaats vond. Een van de vier versterkingen is bewapend met een 100 mm veld-howitzer identiek aan die werd gebruikt in 1944. Op het terrein staat ook een Dakota die was betrokken bij de luchtlandingen van D-Day.
Voor het hele artikel in het Engels kijk op de website www.people.com