The Incredible Patrol
Amerikaans inlichtingenofficier Hugo Sims krijgt in oktober 1944 met zijn bataljon opdracht om zoveel mogelijk Duitse krijgsgevangenen te maken. Na twee mislukte acties besluit Sims zèlf de opdracht uit te voeren. Samen met vijf vrijwilligers steekt hij in het donker de Rijn over en gaat hij ver het vijandelijk gebied in. Soms helpen geluk en toeval een handje.
Voorbereiding voor een inlichtingspatrouille
Op 29 oktober 1944 werd er een inlichtingspatrouille van zes personen behorende tot de 501st PIR s-2 samengesteld voor een patrouille naar de noordelijke over van de Rijn (Richting Renkum). Het doel van de patrouille was het verzamelen van informatie over de vijand en een Duitse krijgsgevangene meenemen voor ondervraging door de inlichtingendienst. 1ste Luitenant Hugo S. Sims (1921 – 2004), commandant van het inlichtingen- en verkenningspeloton van het 501st PIR was teleurgesteld in de resultaten van eerder uitgezonden patrouilles. Deze waren steeds teruggekeerd zonder gevangenen. Daarom deed Sims zelf een verzoek om een patrouille te leiden. Kolonel Ewell gaf aan het schriftelijke verzoek van Sims gehoor. Sims koos hierna zes van zijn beste mannen uit voor de patrouille. Sergeant Peter Frank, een Frans- en Duits sprekende militair. Ook zal Sergeant Bill Canfield, Robert O. Nicolai, Roland J. Wilbur en Frederick J. “Ted” Becker. De zes mannen van de patrouille maakten hun gezichten zwart, droegen wollen mutsen en waren uitgerust met Tommy guns en 45. Caliber pistolen. Soldaat Wilbur werd uitgerust met een M-1. Sims had door middel van luchtfoto’s verschillende herkenningspunten gemarkeerd. Hiermee hadden ze de tocht twee dagen grondig voorbereid en daarnaast beschikten ze nog over een radio. Voordat de patrouille werd uitgevoerd werden er verschillende afspraken gemaakt onderling, bijvoorbeeld over het gebruik van de radio en het geven van ondersteuningsvuur en lichtsignalen door de artillerie om in het donker te kunnen zien om zo de rubberboten te kunnen gebruiken. De patrouille zou bij de terugtocht de spoorlijn bij Wolfheze opblazen.
De Incredible Patrol
In twee speciaal uitgeruste Jeeps reden de zes mannen in de stromende regen naar de dijk bij Heteren. Nadat ze door de uiterwaarden van de Rijn waren gelopen staken ze om 19:40 uur ten oosten van Renkum in twee rubberboten de Neder-Rijn over. De mannen waadden zich hierna door de uiterwaarden en trokken hierna door de bossen ten zuidwesten van Wolfheze. Hierbij liepen ze langs Duitsers die zich aan het ingraven waren. Uiteindelijk bereikte de patrouille een geschikt waarnemingspunt aan de Amsterdamseweg in landgoed ‘Planken Wamhuis’. Hierbij bevond de patrouille zich dertien kilometer achter de vijandelijke linies. De patrouille verbleef hier gedurende dag en namen hierbij verschillende Duitsers gevangen. Deze waren vaak in de waan dat het huis door de Duitsers was bezet, aan het eind van de dag had Sims zes Duitse gevangenen. Met deze gevangenen besloot Sims ’s avonds met een aangehouden vrachtwagen naar Renkum te rijden. Na anderhalf uur besloten ze de eerstkomende vrachtauto aan te houden. Een paar minuten later hielden ze een Duitse vrachtauto aan. De chauffeur van de vrachtauto vervoerde vijftien SS’ers die de kapitein van hun artilleriebataljon zochten. Kort hierna werden de andere zeven gevangenen uit het huis gehaald, deze moesten ook bij de andere SS’ers achter in de vrachtauto gaan zitten. Sims en Frank zaten naast de mopperende chauffeur die telkens de motor liet afslaan. Op het moment dat op de weg de motor weer afsloeg, stopte een amfibievoertuig (Schimmwagen). Een kapitein van de Waffen-SS brulde de chauffeur toe dat hij de weg blokkeerde. Canfield bracht de man in de vrachtauto, het was de kapitein naar wie de chauffeur op zoek was. De patrouille met de gevangenen reed hierna in de richting van Arnhem en sloeg al gauw rechtsaf het bos in. Om 22:00 uur bleef de wagen in de modder steken, ze moesten te voet verder.
Sims stelde de Duitsers op in twee colonnes met de SS-Haupsturmfuhrer en sergeant Frank voorop. Ze staken het landgoed Johannahoeve over. Ten oosten van Wolfheze staken ze de spoorlijn over die Sims niet liet opblazen om zo de Duitsers in de omgeving niet te waarschuwen van hun aanwezigheid. De patrouille liep door de bossen en marcheerden in het midden van de straat dwars door Renkum. Vervolgens liepen ze naar de dijk en door de uiterwaarden naar de Neder-Rijn. Ten zuiden van Renkum nam de patrouille in drie buitenposten Duitsers gevangen. De ‘ongelooflijke patrouille’ had ruim dertig uur doorgebracht achter de Duitse linies en maar twee waarschuwingsschoten tijdens de patrouille. De zes mannen hadden tweeëndertig gevangenen naar de zuidelijke over gebracht. De patrouille werd breed uitgemeten in de Amerikaanse pers. Sims kreeg de Distinguished Service Cross voor zijn actie, de andere leden van de patrouille kregen de Silvar Star.