De Sherman tank ‘Bomb’ van D-day tot VE-day
De Canadese Sherman tank ‘Bomb‘, landde tijdens D-day met het 27th Armoured Regiment (The Sherbrooke Fusilier Regiment) op Juno Beach en vocht zich een weg door Noord-West Europa tot VE-day op 8 mei 1945. Het was de enige Canadese tank die non-stop in actie was van 6 juni 1944 tot 8 mei 1945. Tegenwoordig staat de Sherman tank als een monument bij William Street Armoury in Sherbrooke, Quebec.
De Sherman tank ‘Bomb’
De Sherman tank ‘Bomb‘ werd gebouwd bij de General Fisher’s Tank Arsenal in Flint, Michigan als een M4A2 Sherman Tank met het serienummer 8007. De Sherman tank was het 898e voertuig dat werd gebouwd in het arsenaal. De tank werd verscheept naar Engeland en daar kreeg de tank het War Department nummer T-152656 toegewezen. De tank werd ingedeeld bij het B- Squadron van de Sherbrooke Fusiliers. De Sherman tanks vervingen de oudere trainingstanks van het regiment, dit ter voorbereiding op de invasie van Frankrijk als onderdeel van de 2e Canadese Pantserbrigade. De tanks van het B-Squadron kregen allemaal namen die begonnen met een ‘B’, zoals Barbara en Be Good. De naam Bomb is afgeleid van het embleem van de fusiliers. De bemanning werd geleid door de commandant sergeant Harold Futter. De chauffeur was Lance-Corporal Rudy Moreault met bijrijder Trooper “Red” Fletcher. De schutter was Trooper A.W. Rudolph en Trooper J.W. (Tiny) Hall was de lader.
De landing op Juno beach
De Sherman tank ‘Bomb‘ landde op Juno Beach bij Bernières-sur-Mer op 6 juni 1944 met het Sherbrooke Fusilier Regiment. De tank werd na de landing onmiddellijk ingezet bij de gevechten in Authie en Buron. Tijdens de eerste twee dagen verloren de Fusiliers 41 tanks. Hierna volgden nog zwaardere tankgevechten in Normandië toen Duitse pantsereenheden en SS-eenheden probeerden het geallieerde bruggenhoofd te vernietigen. Dit terwijl de geallieerden probeerden uit te breken. De tank ‘Bomb‘ was actief betrokken tijdens de gevechtsacties rondom Caen, bij de heftige gevechten bij de Bourguébus-bergrug en het veroveren en opruimen van de stad Falaise. De tank kreeg vanaf 6 juni 1944 de roepnaam 22, maar in juli werden de tanktroepen van het regiment gereorganiseerd en werd Bomb een troop commandotank met de roepnaam 21. Dit nummer werd op de koepel van de tank geschilderd. Na de geallieerde uitbraak in Normandië trok Bomb 4000 kilometer (2.500 mijl) door Noordwest-Europa om Noord-Frankrijk, België en Nederland te bevrijden.
Van D-day tot VE-day
De bevelhebber Sergeant Futter en Trooper en chauffeur Red Fletcher raakten in juli 1944 in Normandië gewond door granaatscherven en werden vervangen door luitenant Paul Ayriss en Trooper Ken Gerow. Een maand later verving luitenant J.W. Neill luitenant Ayriss als bevelhebber van de tank. In Nederland nam Walter White uit West Gore, Nova Scotia de leiding over de tank en leidde het B-Squadron vanuit de Sherman tank Bomb. Na de gevechten in het Hochwald (Duitsland) leidde White een verkenning naar de oevers van de Rijn. De Fusiliers improviseerden een amfibisch vermogen door alle openingen in de tanks af te sluiten en ze te omhullen met persluchtslangen om drijfvermogen te bereiken. Duitse eenheden aan de andere kant van de Rijn werden verrast toen de tanks plotseling achter hen verschenen. Luitenant White raakte een paar weken later gewond door granaatscherven tijdens de gevechten in Deventer. Luitenant Ernest Mingo uit Tatamagouche, Nova Scotia nam het commando over van luitenant White.
De Canadese regimenten en tanks liquideerden de Duitse stellingen langs het IJsselmeer en trokken via Noord-Nederland Duitsland binnen. In de laatste dagen van de oorlog hielp de Sherman tank Bomb mee om fanatieke Duitse tegenaanvallen af te slaan. De velden voor de tanks van de Fusiliers waren hierna bedekt met de lichamen van gedode Duitse militairen. In het grensstadje Emden kreeg luitenant Mingo via de tankradio te horen: “Unload, clear guns, the war is over.” Na VE-day had de Sherman tank tijdens de gevechten ongeveer 8000 schoten gelost. De tank werd twee keer geraakt door vijandelijke granaten, maar de schade werd zelf door de bemanning hersteld zodat de tank weer snel aan de gevechtsacties kon deelnemen. Bomb was een van de weinige Canadese tanks die zonder onderbreking van D-day tot VE-day in actie was. De tank Bomb en de bemanningsleden Rudolph, Moreault en Hall waren het onderwerp van de korte documentaire: “The Green Fields Beyond” die in 1945 werd gemaakt door de Canadian Army Film and Photo Unit.
Monument bij het William Street Armory
De Sherman tank ‘Bomb‘ werd gered van een Belgische schroothoop om hierna naar Canada te worden verscheept. De tank was te zien in het Champs de Mars-park in Sherbrooke, Quebec en werd later verplaatst naar de voortuin van de William Street Armory. De Armory was de basis van het Sherbrooke-regiment, een van de twee militie-eenheden die het 27e Pantserregiment hadden gemobiliseerd. Nadat het Sherbrooke Regiment en de 7e en 11e Hussars in 1964 werden samengevoegd werd de tank en het monument onderhouden door de Sherbrooke Hussars. De laatste bevelhebber Ernest Mingo uit Nova Scotia bracht na de oorlog jaarlijks een bezoek aan de Sherman tank en het regiment in Sherbrooke. Nederlandse families waren erg dankbaar voor de rol van de tank tijdens de bevrijding van Nederland. Jaarlijks werden er door de Nederlandse families tulpenbollen gestuurd naar Mingo en Walter White in Nova Scotia. De tank werd in 2011 gerestaureerd en teruggebracht naar zijn oorspronkelijke staat, na de restauratie zijn er verschillende plaquettes aan het monument toegevoegd die het verhaal vertellen van de service van de tank en het regiment The Sherbrooke Fusilier Regiment.
Mooi verhaal! ‘Lest we forget’
Beatiful and at thexsame time impressive. A story about focus, dedication, luck and crafmanship. Good to pass on to our chiildren. Freedom is never for free.
Mooi stukje over de bomb en de bemanning..