VIDEO: Canadees Leo Major bevrijdde Zwolle in z’n eentje
Korporaal Leo Major landde in Europa tijdens D-Day en nam deel aan iedere grote operatie van de 3e Canadese Infanteriedivisie tussen 1944 en 1945. Hij raakte twee keer gewond en bevrijdde Zwolle nagenoeg in z’n eentje. Voor zijn acties kreeg hij zijn eerste Distinguished Conduct Medal. Hij ontving zijn tweede DCM tijdens de Koreaanse Oorlog voor een leidende rol in de verovering van een belangrijke heuvel.
Leo Major
Leo Major werd op 23 januari 1921 geboren als eerste van dertien kinderen in het Amerikaanse New Bedford, waar zijn Frans-Canadese vader voor de Amerikaanse spoorwegen werkte. Na een moeilijke jeugd – zijn vader vernederde en mishandelde hem – verliet Leo als veertienjarige zijn ouderlijk huis. Getrokken door het avontuur ging hij op achttienjarige leeftijd in het Canadese leger. Hij popelde om naar Europa te vertrekken en liet zich overplaatsen naar het eerste legeronderdeel dat zou gaan: het Régiment de la Chaudière, een Franstalig onderdeel van de derde Canadese Infanterie Divisie. In Engeland volgde Major een zware militaire opleiding tot verkenner en scherpschutter.
De Canadese korporaal Leo Major landde in Europa op D-Day en nam deel aan iedere grote operatie van de 3e Canadese Infanteriedivisie tussen 1944 en 1945. In Normandië verloor hij het zicht in zijn linkeroog, maar nam toch deel aan het Schelde-offensief in 1944. Gedurende het Rijnlandoffensief werd korporaal Major weer gewond doordat zijn voertuig op een mijn reed. Hij ontsnapte uit het ziekenhuis en verbleef bij een familie in Nijmegen om te herstellen. Daarna keerde hij terug naar zijn eenheid en nam deel aan de bevrijding van Noord-Nederland. Leo Major was koppig en werd meer dan eens gedegradeerd wegens ongehoorzaamheid. Vanwege zijn moed kreeg hij echter steeds weer zijn oorspronkelijke rang terug. Een van zijn meest legendarische daden was de bevrijding van Zwolle.
Zwolle door de Duitsers prijsgegeven
Zwolle werd op 13 april 1945 vanuit het zuiden genaderd. Luitenant kolonel Ross van de Queens Own Rifles vormde de zogenaamde Ross-Force, deze bestond uit twee batterijen anti-tankgeschut, een eskadron van de Royal Canadian Dragoons en een peloton mitrailleurs. Het was de taak van deze gevechtsgroep de Ijsseloever tussen Deventer en Zwolle te verkennen. Daar werd uiteindelijk vastgesteld dat de Duitsers probeerden door achterhoedegevechten voldoende tijd te winnen om hun hoofdmacht over de IJssel te laten ontsnappen. Zolang de Zuiderzeestraatweg van Hattem naar Nijkerk niet door de Canadese 5e Tankdivisie was afgesneden, was dit de enige route ten zuiden van het IJsselmeer waarlangs de vijand de Randstad kon bereiken. Op 12 april 1945 begon de Canadese 7e Infanteriebrigade aan haar offensief richting Zwolle. Het verzet meldde dat zich in Olst ongeveer driehonderd Duitsers ophielden, uiteindelijk leek dit aantal sterk overdreven en kon de Canadian Scottish Regiment na een fel en kort gevecht Olst binnentrekken. Om 12:30 uur trokken de laatste Duitsers zich terug over de IJssel. In de volgende nacht kregen de plannen voor de verovering van Zwolle vast vorm. Om 02.20 uur meldden de Regina Rifles dat ze de stad tot vijfhonderd meter waren genaderd, maar dat ze zo zwaar onder vuur lagen dat ze gedwongen waren terrein prijs te geven. Van burgers werd vernomen dat de vijand over de IJssel wegtrok, maar het duurde tot 09:00 uur op 14 april 1945 voordat een nieuwe poging werd ingezet om de stad binnen te trekken. Dit is te lezen in de officiële rapporten, na het lezen van verschillende rapporten van andere regimenten ontstaat echter een heel ander beeld.
Het 7e Recce Regiment
Het 7e Recce Regiment claimt de eerste eenheid te zijn geweest die zich in Zwolle bevond. In de War Diary van het regiment is te lezen dat al op 13 april 1945 in de avond een patrouille in de Zwolse buitenwijken was doorgedrongen. Twee secties gingen de stad in waarbij ze al snel merkten dat de Duitsers waren verdwenen. Sergeant-seiner Frank Brown gaf over de radio het volgende bericht door: ‘Ik zit op de trappen van het stadhuis in Zwolle. Er is geen vijand meer’ De brigade commandant geloofde dit niet. De artillerie stond gereed om Zwolle onder vuur te nemen en hij eiste bevestiging van Brown’s bericht. Toen dat volgde, kreeg de artillerie order de kanonnen te laten zwijgen en de infanterie kreeg de order om de stad binnen te trekken. Op 14 april 1945 trok het eskadron temidden van jubelende mensen door de stad Zwolle heen. Een sectie werd uitgestuurd om na te gaan hoe het met de bruggen was gesteld, maar er werd alleen een voetveer aangetroffen.
The Regina Rifles
Ook het regiment de Regina Rifles claimt zat zij de eerste eenheid was die zich in Zwolle bevond. Het regiment stuurde op 14 april 1945 een verkenningspatrouille onder leiding van luitenant L. Bergeron richting de stad Zwolle. Om 9:15 reed Bergeron de stad met zijn motor binnen. Na een verkenning keerde hij terug met het bericht dat er geen vijand meer in de stad aanwezig was. Zijn patrouille werd omringd door jubelende burgers en om 10:00 uur volgden twee van de andere compagnieën van de Rifles. Het verzet droeg ongeveer dertig Duitse krijgsgevangen aan het regiment over, daarnaast had het regiment zelf nog twintig Duitsers krijgsgevangen gemaakt. Waren de Rifles dan de bevrijders van Zwolle?
Het Frans-Canadese Régiment de la Chaudière en Leo Major
Het Frans-Canadees regiment claimt dat zij de eerste bevrijders van Zwolle zijn. Volgens de rapporten van het regiment was de Canadese Korperaal Leo Major op 13 april 1945 om 4:00 uur Zwolle binnengedrongen. Met zijn beste vriend Willy meldde Leo zich vrijwillig voor een verkenningsmissie in vijandelijk gebied. Ze moesten de Duitse stellingen in kaart brengen. De Canadese Infanteriedivisie zou op hun informatie wachten, om de volgende ochtend de Duitsers uit de stad te schieten. Net na middernacht werd Willy doodgeschoten, wat Major gek maakte van woede. Hij besloot de Duitse wachtpost in zijn eentje aan te vallen. Hij schoot met zijn stengun, gooide granaten, doodde een paar Duitsers en nam er tien gevangen.
Major overhandigde ze aan de Canadese troepen net buiten de stad. Zo ging hij die nacht acht keer terug naar de stad. Na meer dan vier uur stuitte hij op een groepje van de alom gevreesde SS. Tijdens het daarop volgende gevecht schoot hij er vier dood. De rest dacht dat het Canadese leger in aantocht was en ontvluchtte de stad. Leo Major was uiteindelijk zes uur lang in Zwolle, maakte contact met het verzet en keerde om 05:00 uur dodelijk vermoeid naar de Canadese linies terug. In de ochtend van 14 april was Zwolle bevrijd… door één man (althans, zo gaat het verhaal). In het boek Canadezen in actie van Hen Bollen en Paul Vroemen is te lezen dat de tijden niet kloppen. Als Major om 4:00 uur Zwolle binnenging, er zes uur verbleef, kan hij niet om 5:00 uur bij zijn onderdeel zijn teruggekeerd. Waren de Chauds de eerste bevrijders?
Het rapport van de Almelose Binnenlandse Strijdkrachten
In het rapport van de Almelose Binnenlandse strijdkrachten is te lezen dat zij met 35 man had deelgenomen aan de bevrijding van Raalte en daarna was doorgegaan naar Zwolle. ‘Er was nog geen Canadees in de stad te bekennen.’ De BS-ers waren (dus?) de bevrijders/ Ze kregen vervolgens order de IJssel over de steken en op de noordelijke Veluwe verkenningen uit te voeren.
Leo Major dé bevrijder van Zwolle
Helaas zal er nooit een exact antwoord komen op de prangende oorlogsvraag wie nou de eerste bevrijder van Zwolle was. Toch blijft het verhaal van Leo Major moedig en indrukwekkend. Leo Major was een van de drie Canadese soldaten die beloond werd met een medaille voor Buitengewone Verdienste. Op 14 april 2005, precies 60 jaar na de bevrijding, werd hij ereburger van de stad Zwolle. Eind jaren zestig werd Major herontdekt als dé bevrijder van Zwolle en groeide hij uit tot volksheld. Met Major kreeg de bevrijding van Zwolle een gezicht. Vijfentwintig jaar na de bevrijding huldigde Zwolle Major voor de eerste keer: een ‘grandioze gebeurtenis’, gefinancierd door de Zwolse bevolking. Na deze eerste huldiging vierde Major ook in 1985, 1990, 1992, 1995, 2000 en 2005 de Zwolse bevrijding mee in de stad. Bij deze laatste viering in 2005 werd Major benoemd tot Ereburger van Zwolle. Voor de stad en haar bewoners was hij het ultieme symbool van vrijheid. Daarnaast toonde hij zich een goede en betrokken vriend van de stad – zijn huis in Canada hing vol met foto’s van zijn nieuwe hometown – en droeg bij aan de bewustwording over de jaren 1940-1945. Op 12 oktober 2008 stierf Major op 87-jarige leeftijd, waarna hij in het bijzijn van de Zwolse burgemeester Meijer is begraven op een militaire begraafplaats in Canada. In navolging van zijn vriend Arsenault, naar wie een plantsoen is vernoemd, werd ook Major vernoemd in Zwolle. De Leo Majorlaan, voorheen Zuidbroeklaan, werd op 14 april 2009 geopend in het bijzijn van zijn echtgenote Pauline, hun twee zoons en twee kleinkinderen. Zo leeft Leo Major in het geheugen van de Zwollenaren nog altijd voort.
Bronnen:
- Igor Cornelissen, April 1945. De bevrijding van Zwolle (Zwolle 2015) 8-9; Nicholas Veenhof, ‘The legendary liberator of Zwolle. In tribute to Leo and Pauline Major’, en https://nl.wikipedia.org/wiki/Leo_Major.
- Hen Bollen en Paul Vroemen, Canadezen in actie (1994 Terra – Lannoo, Uitgeverij)
- Herman Aarts en Paul Harmens, Zwolle 40-45 (Zwolle 2014) 97.
- Michael Bremmers: Uit de schaduw: Leo Major: ‘dé bevrijder van Zwolle’ http://www.jhsg.nl/leo-major-zwolle/
- Leo Major 1921 – 2008 Trouw.nl, 29 oktober 2008
- Diverse Canadese War Diary’s (periode april 1945)