Britse torpedobootjager die een Duitse kruiser ramde tijdens de Tweede Wereldoorlog
Op 8 april 1940 kwamen twee schepen elkaar tegen voor de kust van Noorwegen, de zware Duitse kruiser Admiraal Hipper en de Britse torpedobootjager de Gliwworm. In slechts een uur namen ze deel aan een van de meest brute marine-acties van de Tweede Wereldoorlog. Bij het treffen met de Admiral Hipper ging HMS Glowworm strijdend ten onder.
HMS Glowworm werd in 1934 gebouwd als een G-Klasse destroyer. Ze vormden een nieuwe, snellere groep vlootschepen voor de Koninklijke Marine. Deze schepen waren bedoeld om kleinere vijandelijke schepen op te sporen en te vernietigen, konvooien te beschermen en onderzeeërs aan te vallen. Na haar indienststelling werd de torpedobootjager uitgezonden naar de Middellandse Zee om deel uit te maken van de 1st Destroyer Flotilla. In het kader van de uitvoering van de zeeblokkade, opgelegd door het Non-Intervention Committee, opereerde het schip in 1936 en 1937 rond Spanje tijdens de Spaanse Burgeroorlog.
Toen ze diende in de Middellandse Zee was de carrière van dit schip bijna afgelopen toen ze met haar zusterschip HMS Grenade botste, gelukkig viel de schade mee. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog lag HMS Glowworm in Alexandria. Kort hierna werd het gehele flottielje in oktober 1939 overgeplaatst naar Western Approaches Command. Zes maanden later assisteerde ze bij de operatie Wilfred in de Noordzee, hierbij werden er mijnen voor de kust van Noorwegen geplaatst. Tegen die tijd was Hitler door Polen opgerukt en stonden zijn troepen klaar om Frankrijk aan te vallen. De Britten wisten dat hij zich voorbereidde om Noorwegen binnen te vallen. Ze hoopten dat mijnen zijn vloot op zijn minst zouden vertragen, terwijl de Royal Navy dun verspreid was om de scheepvaartroutes te beschermen.
De Duitse KMS Admiral Hipper werd in juli 1935 gebouwd en in april 1939 in dienst genomen. Ze was een zware kruiser, genoemd naar admiraal Franz von Hipper. Hipper was leider van het slagkruiser squadron in de Slag bij Jutland in 1916. In de nieuwe klasse van schepen was ze het eerste schip en vaarde ze trots met haar naam uit. Ze begon na uitgebreide proefvaarten aan de gevechtsoperaties in februari 1940. De eerste patrouille bleek niet succesvol, maar in april kreeg het schip een nieuwe missie: deelname aan de invasie van Noorwegen. Ze trok zich uit Cuxhaven terug en werd begeleid door vier torpedobootjagers, ze had 1700 Wehrmacht-bergtroepen aan boord. Het Duitse leger was weer in beweging.
Op 5 april sloot de Britse Glowworm zich aan bij de escorte voor de strijdkruiser HMS Renown. Twee dagen later werd er gemeld dat een man overboord was geslagen, de torpedobootjager werd gestuurd om naar hem te zoeken. De Glowworm vertrok, maar de volgende ochtend rolde er een dichte mist in. Hierop staakten ze de zoektocht en vaarde HMS Glowworm terug tot dat de twee Duitse torpedojagers Z 11 Bernd von Arnim en Z 18 Hans Lüdemann aan de horizon verschenen. Om 08:00 uur opende Glowworm het vuur op de Duitse torpedojagers, niet wetende dat ze niet alleen waren. De Duitse torpedojagers hadden namelijk de Admiraal Hipper geëscorteerd naar Trondheim, ze zonden hierop direct een bericht naar de Admiraal Hipper. De Admiraal Hipper was 665 voet lang, meer dan tweemaal de Glowworm en woog 11 keer zo veel. Tegen 09:50 uur hadden de Admiraal Hipper en de Glowworm elkaar gezien.
In eerste instantie zag de Glowworm de Duitser kruiser aan als vriendelijk schip, hierdoor vluchtte de Glowworm niet. Het gaf de Admiraal Hipper kostbare tijd om zich binnen het schietbereik te varen. De radar-ondersteunde 8-inch kanonnen opende het vuur op de Glowworm en vuurde vier explosieve granaten richting de kleine destroyer. De eerste drie salvo’s misten terwijl de Glowworm wanhopig op de vlucht sloeg. Bij het vierde salvo hadden de Duitsers de destroyer in hun bereik en konden ze gericht vuren. De Glowworm werd geraakt en er volgden verschillende explosies waarna de Britse torpedobootjager fel begon te roken. Ze vaarde hierop in haar eigen rook en probeerde zich te verbergen en vervolgens te ontsnappen. De Duitse kruiser had echter wapens met radarondersteuning en deze werden niet beïnvloed door de rook. Toen de beide schepen weer bij elkaar kwamen stond het enorme schip bijna bovenop de torpedobootjager. De 4,1-inch kanonnen van de Duitse kruiser openden het vuur en raakten de torpedobootjager opnieuw met granaten.
Het voorste kanon van de Glowworm werd vernietigd en spoedig volgden de brug en radiokamer. Een granaat sloeg tegen haar mast waardoor de metalen mast op het dek viel. Daarop ontstond er kortsluiting in de alarmsirene waardoor de rest van de strijd een oorverdovend gegil te horen was. De dappere kleine torpedojager was nog niet klaar. De kapitein van de Glowworm, Lieutenant Commander Gerald Broadmead Roope overwoog zijn opties. Vlucht was uitgesloten; het schip was te zwaar beschadigd en zijn tegenstander kon door de rook schieten. Zijn trots en waardigheid stonden geen overgave toe. Het had slechts één optie over: vechten tot het bittere einde. Hij trok zijn schip rond en liet omstreeks 10:10 uur van slechts 870 meter afstand van de Admiraal Hipper een salvo van torpedo’s los. De Admiraal Hipper ontweek de torpedo’s door haar boeg tegenover de torpedojager te houden om zo een kleiner doelwit te vormen voor de torpedo’s.
Roope trok zijn schip terug in haar rookscherm in de hoop voldoende tijd te krijgen om weer te vuren. De Admiraal Hipper stormde de rook in, om hierdoor het Engelse schip op korte afstand te vernietigen. Roope reageerde snel en stuurde een harde draai naar stuurboord, hopende op een betere schietpositie. De Glowworm zat vast in een noodmanoeuvre en de Admiraal Hipper vaarde op haar koers. De massale kruiser zette haar roer hard om, in de hoop de botsing te vermijden. Het schip reageerde te traag. De Glowworm sloeg tegen de zijkant van de Duitse kruiser, net achter haar ankers. De boeg van de destroyer was vernietigd toen ze een enorme snee in de zijkant van de veel grotere Duitse kruiser scheurde. Het Duitse schip nam tonnen water op, maar isoleerde uiteindelijk de schade en verhinderde een totale overstroming. De Glowworm dreef weg als een zinkende brandende inferno.
De Admiraal Hipper vuurde nog een salvo, op korte afstand van de torpedojager en nog een enkel kanon antwoordde hierop. Ondanks dat het schip snel zonk, vuurde onderofficier Walter Scott zijn laatste kanon af voordat de boilers explodeerden en het schip samen met 109 van haar opvarenden zonk. Admiral Hipper redde 40 overlevenden van de torpedobootjager. Luitenant-ter-zee Roope werd aanbevolen voor een aanbeveling door Kapitän zur See Hellmuth Heyes, de kapitein van de Admiraal Hipper. Hij was getuige geweest van een kleine, korte en dappere actie van een torpedobootjager die zich bezighield met een van de nieuwste en meest krachtige kruisers in zijn soort. Een echte daad van moed. Hij schreef via het Rode Kruis aan de Admiraliteit en informeerde hen over deze bijzondere actie. Helaas stierf Gerald Roope tijdens zijn redding door de admiraal Hipper.
Hij had tijdens het gevecht ernstige verwondingen opgelopen en kon het touw niet vasthouden tijdens een poging om aan boord te klimmen. Hij ontving postuum het Victoria Cross in 1945.