De gezichten van de vrouwelijke nazi-kampbewaaksters
In het Derde Rijk waren vrouwelijke kampbewaaksters soms nog wreder dan mannen. Namen van kampbewaaksters zoals Maria Mandl of Irma Grese zorgen nog steeds voor rillingen.
Opleiding
In de beginjaren van het bewind van Adolf Hitler waren de bewakers van concentratiekampen voornamelijk mannelijk. Dat veranderde allemaal in 1942 toen de eerste vrouwelijke bewakers werden benoemd in Auschwitz en Majdanek. Naar schatting werkten er ongeveer 3700 tot 5500 vrouwen als bewaker in concentratiekampen van de nazi’s – een klein deel van de bijna 55.000 bewakers die in totaal in de concentratiekampen dienden.
De vrouwen die de rol vervulden, hadden meestal geen relevante werkervaring en waren vaak voormalige leraren, kappers of werkten in andere vrouwelijke banen. Aanvankelijk meldden vrouwen zich uit eigen beweging aan, maar naarmate de tijd verstreek, werden ze geworven uit krantenadvertenties. De SS was op zoek naar alleenstaande vrouwen die tussen de 21 en 45 jaar oud waren. Bij oorlog denken we spontaan aan vreselijke omstandigheden waarin mannen afschuwelijke wreedheden begaan. Men zou haast vergeten dat ook vrouwen zich in oorlogstijd bezondigen aan misdaden die niet onderdoen voor die van mannen. Enkele van de beruchtste misdadigers van het Derde Rijk waren vrouwen. Namen van kampbewaaksters als Irma Grese of Maria Mandl zorgen nog steeds voor rillingen over de rug.
Rekruten begonnen hun training in het kamp Ravensbrück net buiten Berlijn. Deze training duurde van een tot zes maanden en toen werden de vrouwen naar een van de kampen gestuurd. Tijdens hun opleiding leerden de rekruten hoe ze gevangenen moesten straffen en hoe ze de werksnelheid van de arbeiders konden handhaven. Vrouwen mochten alleen vrouwelijke gevangenen bewaken. Hierbij hielden ze toezicht op de vrouwen die dwangarbeid moesten verrichten. Daarnaast zorgden ze ervoor zorgden dat iedereen de strikte regels van het kamp volgde. De vrouwelijke bewakers waren beledigend en vielen vaak gevangenen aan wegens kleine problemen.
Maria Mandl
Maria Mandel, ook wel eens ‘Mandl’ gespeld, was een van de wreedste kampbewaaksters uit de geschiedenis van het nazi-regime. Haar drieste optreden gaf haar de bijnaam ‘het beest’. Mandl was verantwoordelijk voor meer dan 500.000 doden in Auschwitz en was onder andere een topambtenaar. Ze liet een Jood dienen als haar huisdier, en liet deze vervelende taken uitvoeren totdat ze er genoeg van kreeg. Toen liet ze ze executeren. Toen het tijd was voor de gevangenen om in de rij te gaan staan, wachtte ze tot iemand haar aankeek, en toen liet ze hen executeren. Haar meest sadistische uitvinding was zonder twijfel het ‘orkest’ van Auschwitz. Mandel vond dat veel zaken gemakkelijker gingen met muziek. Daarom riep ze een ‘orkest’ in het leven. Voor gevangenen die een instrument konden bespelen kon het hun redding betekenen. Maar voor anderen was het vooral een kwelling en bespotting. In 1945 werd ze gearresteerd door Amerikaanse militairen en op 24 januari 1948 werd ze op 36-jarige leeftijd opgehangen.
Irma Grese
Andere beruchte vrouwelijke bewakers zoals Irma Grese hebben hetzelfde lot ondergaan. Irma Grese stond bekend als ‘het mooie beest’, evenals ‘De Blonde Engel’. Net als Maria Mandl verdiende ze haar naam door haar acties. Veel gevangenen vonden haar aantrekkelijk, maar ze was een van de meest wrede vrouwelijke bewakers. Grese genoot zichtbaar van haar macht en van de angst die ze opriep. Haast altijd droeg ze haar zware laarzen, een zweep en een pistool. Vooral de zweep kwam haar vaak van pas. Soms sloeg ze knappe vrouwelijke gevangenen uit pure jaloezie ontelbare keren met de zweep tot bloedens toe in het gelaat.
Ze had de leiding over ongeveer 30.000 vrouwen en was de tweede meest superieure bewaker in haar kamp. Ze liet regelmatig uitgehongerde honden los op weerloze gevangenen. Folteringen en moorden op gevangenen waren dagelijkse kost. Getuigen hebben verklaard hoe Grese regelmatig vrouwelijke gevangenen sloeg tot ze bezweken. Toen Grese door de Britten werd berecht, werden haar oorlogsmisdaden onthuld door degenen die ze had misbruikt. Op 13 december 1945 werd ze opgehangen in de executieruimte in de gevangenis van Hameln.
Na de oorlog
Veel van de bewakers werden na het einde van de oorlog gevangengenomen. Het Amerikaanse leger pakte tussen 500-1.000 vrouwen op, maar velen werden vrijgelaten omdat mannelijke bewakers als een prioriteit werden beschouwd. Een paar vrouwelijke bewakers kregen wel straf en werden opgehangen voor hun misdaden. Toen de Sovjets een gebied bevrijdden, werden bovendien veel vrouwelijke bewakers direct geëxecuteerd. Er kunnen tot op de dag van vandaag nog vrouwelijke bewakers leven. Luise Danz was bewaakster in verschillende kampen in Polen. Ze werd aanvankelijk veroordeeld tot levenslang, maar ontving enkele jaren later amnestie. Ze werd opnieuw gearresteerd wegens nieuwe aanklachten in 1996, maar de aanklacht werd ingetrokken. Het is niet zeker of ze nog leeft.
In 2006 werd de bewaakster, Elfriede Rinkel, uit de Verenigde Staten terug naar Duitsland gedeporteerd. Na de oorlog emigreerde ze in 1959 naar de Verenigde Staten en trouwde daar met een Jood, Fred Rinkel. Ze wist al die jaren haar duistere verleden voor hem en anderen te verbergen, tot dat de Amerikaanse justitie naar haar oorlogsverleden vroeg en ze toe gaf kampbewaarder te zijn geweest. Amerika nam daarop haar werkvergunning af. Rinkel keerde terug naar Duitsland, waarna ze mogelijk naar Zwitserland doorreisde. Sinds 1996 is er geen rechtszaak meer geweest tegen een vrouwelijke kampbewaakster.