De brug van Remagen
This post is also available in: English
Op 7 maart 1945 voerde luitenant-kolonel Leonard Engeman het bevel over een taskforce van het Amerikaanse 14e Tankbataljon en het 27e Pantserinfanteriebataljon. Deze taskforce was op weg naar Remagen, een klein stadje aan de Rijn.
Aan het begin van de middag arriveerden verkenners van de kleine taskforce bij de heuvels boven het dorp. Hierbij werden ze verrast door de intacte Lundendorff Rijnbrug. Ook was te zien dat Duitse troepen zich massaal probeerden terug te trekken over de brug. Engeman rapporteerde de situatie aan zijn commandanten en kreeg het bevel het dorp in te nemen en de brug te veroveren. Engeman gaf luitenant Karl Timmermann met vooruitgeschoven troepen, waaronder enkele nieuwe M26 Pershing-tanks, orders om de brug te veroveren. Om 15:15 naderde de taskforce de brug met een toenemend gevoel van urgentie.
Kort hierna bliezen Duitse ingenieurs een explosieve lading op nabij de westelijke overspanning, waardoor deze beschadigd raakte en tijdelijk onbruikbaar werd voor tanks. Timmermann stormde desondanks met zijn infanterie de brug op. De Duitsers probeerden de centrale overspanning op te blazen, maar de ladingen kwamen niet tot ontploffing.
Uiteindelijk ontplofte er nog een explosieve lading en de brug leek in de lucht te vliegen – voordat hij weer op zijn oorspronkelijke structuur neerkwam. In de haast hadden de Duitse ingenieurs een ontsteker verkeerd geplaatst – en de Russische krijgsgevangenen hadden de brug te goed gebouwd! Amerikaanse troepen snelden zich snel naar de brug en slaagden erin om alle resterende lijnen naar de explosieve ladingen door te snijden. De Amerikaanse troepen rukten op richting de oostkant van de brug en begonnen een klein bruggenhoofd op te bouwen. Duitse pogingen om de brug alsnog te vernietigen mislukten.
De brug liep wel schade op maar bleef in gebruik tot de verzwakte constructie op 17 maart alsnog instortte. Op dat moment waren 200 Amerikaanse genisten op de brug aan het werk. Hierbij kwamen 28 genisten om, 18 van hen zijn nooit meer teruggevonden. In 1980 werden dankzij de inspanningen van de plaatselijke burgemeester Hans Peter Kuerten de twee torens op de westelijke oever omgevormd tot een gedenkteken onder de naam Vredesmuseum.