De Duitse duikbootaanval op de Waalbrug
Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de Waalbrug in Nijmegen van groot strategisch belang. Na operatie Market Garden in 1944 hielden de geallieerden de brug ongeschonden in handen, wat cruciaal was voor bevoorrading en controle over de Waal. In januari 1945 probeerden de Duitsers de brug te vernietigen met mini-onderzeeërs van het type Biber.
De Waalbrug
De indrukwekkende verkeersbrug bij Nijmegen, een belangrijk strategisch doel tijdens operatie Market Garden, overspande de kolkende Waal. Deze brug, die intact werd veroverd, was cruciaal voor de geallieerden om troepen en voorraden naar de Betuwe te verplaatsen en controle over het gebied te behouden. Aangezien de Waal de belangrijkste zijtak van de Rijn is, speelde de brug een sleutelrol in de toekomstige offensieve plannen van de geallieerden. In november en december 1944 stuurden de Duitsers drijvende mijnen de Waal af, wat schade toebracht aan een pontonbrug en een bedreiging vormde voor de verkeersbrug. Na verschillende mislukte pogingen om de brug met netten en booms te beschermen, ontwierp luitenant J. Johnson van het Canadese Forestry Corps een innovatieve “finning boom”, die door een eenheid van Forestry Company No. 30 werd gebouwd.
De Duitse aanval
De Duitse aanval op de Waalbrug werd uitgevoerd door Marine-Einsatz-Kommando 40 (MEK 40) en K-Flotille 266, opererend vanuit Emmerich. Om de brug te vernietigen, was het noodzakelijk eerst de verdedigingsnetten en de “Finning booms” te doorbreken. Hiervoor werden 240 lucht-landmijnen aangepast zodat ze geschikt waren om in de rivier te drijven. In de nacht van 12 op 13 januari 1945 liet MEK 40 de mijnen in batches van zestig met tussenpozen van een half uur stroomafwaarts drijven. De mijnen waren uitgerust met tijdzekeringen, afgestemd om enkele minuten langer mee te gaan dan de berekende tijd die nodig was om de netten te bereiken. De aanval werd ondersteund door de inzet van 21 Biber-midgetonderzeeërs van de K-Flotille 266, verdeeld over twee golven. De eerste golf, bestaande uit 17 Bibers, richtte zich op het vernietigen van de torpedonetten en beschermende structuren rond de brug. De tweede golf, bestaande uit vier Bibers, had als doel de brug zelf aan te vallen. Hoewel de Bibers innovatief waren ontworpen voor het afleveren van torpedo’s of mijnen, waren ze technisch kwetsbaar. Veel Bibers kampten met mankementen, en hun bemanningen waren blootgesteld aan grote risico’s tijdens deze gevaarlijke missie.
Veel Bibers kampten met mankementen, en hun bemanningen waren blootgesteld aan grote risico’s tijdens deze gevaarlijke missie.
De Geallieerde verdediging
De verdediging van de Waalbrug werd verzorgd door Canadese en Britse troepen, waaronder het 4th Battalion, The Lincolnshire Regiment, en de Canadese Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders. Zij beschikten over luchtafweer, afweergeschut en mitrailleurstellingen. De Canadese waarnemers van de “C”-compagnie speelden een cruciale rol tijdens de aanval. Rond 11:00 uur op 13 januari 1945 observeerden zij een grijs object dat stroomafwaarts dreef. Het bleek een Biber-mini-onderzeeër te zijn. Uit hun rapport volgt een gedetailleerde beschrijving van de onderzeeër: ongeveer 10,5 meter lang, met een torenstructuur van 2,7 meter en een breedte van 1,2 meter aan de basis. Bovenop waren vermoedelijk een radio-richtingsapparaat en een periscoop gemonteerd.
Toen de onderzeeër begon te draaien en stroomopwaarts voer, werd besloten actie te ondernemen. Machinegeweervuur werd geopend, wat leidde tot een chaotische situatie. De Biber legde aan bij een oever waar drie mannen in lichte uniformen de onderzeeër benaderden. Zij probeerden het vaartuig te bergen, maar werden onder vuur genomen. Drie mannen slaagden erin te vluchten, terwijl drie anderen, waaronder gewonden, achterbleven. Later arriveerden Duitse hulpverleners met een Rode Kruis-vlag om de gewonden te evacueren, wat erop wees dat een van de bemanningsleden mogelijk een belangrijk persoon was.
Aanvallen en verliezen
Naast de Biber die door de “C”-compagnie werd onderschept, werden nog twee andere onderzeeërs waargenomen. Eén werd door artillerie beschoten en vernietigd, waarbij de schroef later werd teruggevonden. Een derde Biber werd stroomafwaarts gesignaleerd, dook kort onder water, en verdween daarna volledig. In totaal gingen zes Bibers verloren tijdens de aanval, en acht bemanningsleden kwamen om het leven. Ondanks deze Duitse inspanningen bleef de Waalbrug intact en operationeel. De Canadezen repareerden onmiddellijk de schade aan de beschermende netten en de brug zelf.
Bibers na de oorlog
Enkele van de ingezette Bibers zijn later teruggevonden. In Emmerich werd een Biber met nummer 210 geborgen, die nu tentoongesteld staat in het Rheinmuseum. Een ander wrak werd in 2009 bij Gendt langs de Waal opgegraven en bevindt zich momenteel in Fort Pannerden. Het Oorlogsmuseum Overloon bezit ook een Biber (nummer 205), die vermoedelijk tot dezelfde eenheid behoorde.
Bronnen:
- War Diary Stormont, Dundas and Glengarry Highlanders, January 1945
- War Diary 9th Canadian Infantry Brigade, January 1945
- Wikipedia
- Traces of War