De slag om Groningen vond plaats tijdens de bevrijding van Nederland aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Van 14 april tot 18 april werd er gestreden tussen enerzijds Duitse Wehrmachtsoldaten, Nederlandse en Belgische SS’ers en anderzijds de gehele 2e Canadese infanteriedivisie.
De Duitse strategie was slecht en de verdedigers hadden nog nooit samen gevochten. De Canadezen wilden de stad snel innemen om door te kunnen steken naar Delfzijl om deze haven te openen voor voedselkonvooien om de uitgehongerde bevolking van West-Nederland van voedsel te kunnen voorzien. Daarnaast kon zo de Eemsmond worden afgesloten om de nog altijd actieve Duitse U-boten te belemmeren nog langer de Eems te gebruiken als uitvalsbasis. De Canadezen hielpen het Tweede Britse Leger bij de bevrijdingstocht en bezetting van nazi-Duitsland. Voor de Canadezen was de slag om Groningen een van de zwaarste stadsgevechten van de bevrijding. Waar de Slag om Ortona vaak “Little Stalingrad” wordt genoemd, werden bij de aanval op Groningen vijfmaal zoveel soldaten ingezet. Bij Ortona vielen echter wel veel meer doden (meer dan 1000 tegenover iets meer dan 40 in Groningen). De Canadezen noemden de gevechten rond de stad Groningen ook wel; ‘Urban Warfare’
Dit omdat er in Groningen veel smalle straten zijn die niet geschikt waren voor tanks. Ook grote groepen soldaten konden niet ingezet worden. Er waren kleine groepen (sections) nodig om bepaalde doelen in de stad te behalen, dit omdat veel huizen vlak op elkaar stonden, De slag om Groningen is dan ook het meest uitgevochten met handwapens en handgranaten. Er ontstonden vaak huis tot huis gevechten waar de afstand soms maar een paar meter betrof. Bij de bevrijding van Groningen waren ook ondergrondse strijders van de Binnenlandse Strijdkrachten actief.
De binnenstad van Groningen had als natuurlijke verdedigingslinie 12 bruggen. Deze werden door de Duitsers deels vernietigd of omhoog gedraaid. Tijdens de bevrijding zullen de Duitsers er niet in slagen om alle bruggen omhoog te draaien of te vernietigen. Dit in voordeel van de Canadezen. Op 5 april 1945 vertrekt de Duitse 480Th Infanterie Divisie met de trein richting Duitsland om daar ingezet te worden. Hierdoor konden in de stad Groningen niet alle loopgraven en stellingen bezet worden door de Duitsers. De Canadezen waren hier niet van op de hoogte en hielden rekening met de aanwezigheid van deze Divisie.
Sinds september 1944 was Organisation ‘Todt’ bezig om verschillende tankgrachten en loopgraven te graven rondom de stad. De loopgraven liepen tussen de twee hoofdwegen ten zuiden van Groningen. Op verschillende punten werden road blocks geplaatst. De Duitsers beschikten in Groningen over minstens 20 stukken FLAK (Flugzeug Abwehr Kanone) De Duitsers beschikten niet meer over tanks of andere pantser voertuigen. Ook beschikten ze niet meer over luchtsteun, de Geallieerden hadden al vanaf begin 1945 het overwicht in de lucht. Naast de 20 stuks FLAK beschikten de Duitsers over pantserfausten en handgranaten. Wel konden ze rekenen op de formidabele kanonnen van Borkum die met hun 28 cm scheepsgeschut Groningen konden bereiken.
De Pantserfaust 60 was een anti tankwapen waarvan de kop voorzien was van een holle lading. De buis bevatte de aanvuurlading in het staartgedeelte waaraan 4 uitspringende vinnen zorgden voor een stabiele vlucht van het projectiel. Met zijn 200 mm penetratie was dit voor de Canadese tanks een dodelijke wapen. Dit was het enige anti tankwapen waar de Duitsers over beschikten.
Tevens beschikten de Duitsers over de MG 42 machinegeweren een geducht wapen tijdens huis aan huis gevechten. Dit wapen werd gezien als het meeste dodelijke wapen, dit kwam mede door de hoge vuursnelheid (1200 schoten per minuut) De Canadezen hebben tijdens de slag om Groningen hier veel last van gehad.
Het Duitse verzet bestond uit ongeveer 7000 tot 7500 man; een mengelmoes van soldaten van de Wehrmacht, Luftwaffe, Kriegsmarine, parachutisten, Nederlandse en Belgische SS-soldaten en paramilitairen en burgers zoals Hitlerjugend-groepen, Duits spoorwegpersoneel en de SD, waarvan het hoofdkwartier van de Noordelijke provincies zich bevond in Groningen. De garnizoenscommandant was Generalmajor Karl Böttger.Een verschil tussen de verschillende provincies was dat de Duitsers in Groningen zich vele malen fanatieker verdedigden dan in Friesland. In Groningen vocht de vijand zo verbeten omdat de strijd zich dichtbij de Duitse grens afspeelde.
De slag om Groningen werd gevoerd door 9 infanterie bataljons verdeeld over drie brigades, een machinegeweerbataljon en een patrouillebataljon. Om de vele burgers in de stad te sparen werden luchtaanvallen en artilleriebeschietingen van tevoren uitgesloten. Het terrein rond de stad leende zich daarnaast niet voor indirecte aanvallen, waardoor het Canadese bevel aangewezen was op de infanterie. De Bataljons stonden onder leiding van Majoor Generaal A.B. Matthews.
De Canadezen konden wel beschikken over 25- pounders die opgesteld waren in Paterswolde. De 6Th Field division Royal Canadian Artillery zal samen met het 4th– en The 5Th Canadian Field Regiments RCA, deelnemen aan de beschietingen van verschillende doelen in en om de stad Groningen waarvan het HQ in Paterswolde aan de Hoofdweg zit. De Canadezen beschikten over 50 Sherman tanks van de Fort Garry Horse. De Canadezen waren uitgerust met moderne wapens en materieel. Het standaard wapen van de infanterist was het Lee Enfield geweer met het kaliber 303 inch (7,7 mm). Het geweer was niet automatisch maar wel accuraat.
De Sherman tank was een middelzware tank van US- Fabricaat. De tank was uitgerust met een 75 mm kanon en had een munitievoorraad van 97 granaatpatronen. Ook waren deze Sherman tanks uitgerust met twee Browning Medium Machine Guns met een kaliber van caliber punt 30-06 inch (punt 30; 7,62mm) De MMg’s hebben door hun meestal vaste verhouding, 1 lichtspoorkogel tot 4 pantser-doorborende kogels, ongewild nogal wat brand doen ontstaan. Dit is bij verschillende punten in de stad Groningen gebeurd. De bemanning van een Sherman tank bestond uit 5 man. Door het gebruik van zeer brandbare benzine kregen ze van de Duitsers de naam; Ronson Lighters’ . Er werd nogal eens een Sherman in brand geschoten en die brandde dan als een fakkel. Ook maakten de Canadezen gebruik van RAM-‘Kangeroo’ tanks. Het werd gebruikt als gepantserd personeelsvoertuig. Het werd gezien als een Sherman Tank zonder geschutskoepel. In de vrijgekomen ruimte werden zitplaatsen aangebracht voor het vervoer van 11 soldaten. De zeer goed gepantserde ‘Kangeroo’ tanks waren uitgerust met een punt 30 (7,6mm), of met een punt 50 HMg (12,7mm) De maximum snelheid was ongeveer 35 km/uur. Deze tanks werden ingezet tijdens de bestorming van de Herebrug.
Een groot gedeelte van de 2nd Canadian Infantery Division kwam op vrijdag 13 april 1945 aan in Eelde, het vliegveld, en in Paterswolde. De tanks van de B-squadron van de Fort Garry Horse, samen met een aantal gepantserde personeelsvoertuigen (Kangeroos) bemand met militairen van de Royal Hamilton Infantery (Wentworth Regiment), gingen op weg naar de rand van Groningen.
"Het einddoel van Operation Plunder was in zicht"
Het einddoel van Operation Plunder was in zicht, een operatie die eind maart aan de Rijn was begonnen en die ten doel had de festung Holland van Duitsland af te snijden. Het uiteindelijke doel was de ‘ Delfzijl- Pocket’ de zak rondom Delfzijl waar de Duitsers nog konden ontsnappen richting die Heimat. De Canadezen schoten vanuit Paterswolde over de stad had richting het Noordoosten van Groningen. Hiermee probeerden de Canadezen te voorkomen dat er Duitsers konden ontsnappen via de Oosterhoogebrug richting Delfzijl. De Duitsers probeerden dit gebied zo lang mogelijk open te houden, om zo de vluchtmogelijkheid open te houden om in Delfzijl te komen.
Captain Henderson van de eerste sectie van de 2nd Canadian Division Signals probeert bij het voormalig Familiehotel in Paterswolde contact te krijgen met de Garnizoenscommandant van de Duitsers via een P.T.T. lijn. Dit lukte hem vrij gemakkelijk. Op de vraag of de commandant de stad aan de Canadezen wilde overgeven, kreeg Captain Henderson een negatief antwoord. De Duitse Commandant weigerde te capituleren. Het besluit wordt genomen om Groningen frontaal aan te vallen. De strijd om Groningen kan gesplitst worden in drie fases: The approach phase, the break-in phase en de consolidation phase.
Het is wel even noemenswaardig om te vermelden dat de slag om Groningen werd uitgevochten met troepen die geen ervaring hadden met urban warfare en hier dan ook geen speciale trainingen voor hebben gehad. De enthousiaste burgers die de Canadezen wilden begroeten vormden ook een hinderlaag. Terwijl de Duitsers nog niet verdreven waren waagden de burgers zich al op straat, wat de gevechten voor de Canadezen bemoeilijkte. De sleutel tot het succes was de samenwerking tussen de gepantserde troepen en de infanterie troepen. Op donderdag 12 april roepen de Duitsers via een luidspreker om dat de bevolking zich niet meer op straat mag vertoeven. De strijd begint.
Om vrijdag 17 april om 16:00 wordt het eerste contact gemaakt met de verdedigers door The Royal Hamilton Light Infantery bij de Paterswoldseweg.
Regimenten die deelnamen aan de slag om Groningen:
- Black Watch The Black Watch (RHC) of Canada
- Calgaries The Calgary Highlanders
- Camerons The queen’s Own Cameron Highlanders of Canada
- Essex The Essex Scottish Regiment
- FMR Les Fusiliers Mont-Royal.
- LRdM Le Régiment de Maisonneuve.
- RHC Royal Highlanders of Canada, Black Watch of Canada
- RHLI Royal Hamilton Light Infatery. (Wentworth Regt.)
- RRC Royal Regiment of Canada
- 69 SSR Sount Saskatchewan Regiment
- 64 2A/T The 2ND Anti/tank Regiment RCA.
- FGH The Fort Garry Horse (10th Armoured Regiment) (50 Tanks)
- CAPCR The 1ste Canadian Armoured Personnel Carrier Regiment
- RR The 8th Reconnaissance Regiment
- TSR The Toronto Scottish Regiment MG
Artillery Ondersteuning tijdens de strijd in Groningen:
- The 4th– 5th– and 6Th Field Regiment RCA
- (24 25- pounders per Regiment)
De 2nd Canadian Infantery Division beschikt over 18,347 manschappen.
Hiervan zijn 56% soldaten en 44% service personeel.
Op 17 april 1945 maakt het Canadese Provost Corps bekend dat er 95 Duitse Officieren en 5,117 Duitsers krijgsgevangen zijn gemaakt. Tijdens de strijd zijn er 130 Duitsers omgekomen. Ongeveer 2000 Duitse troepen zijn gevlucht via de Oosterhoogebrug richting Delfzijl.
Er zijn 43 Canadezen gesneuveld (166 Canadezen zijn gewond) Tijdens de gevechten zijn er 110 burgers omgekomen. De Duitse verliezen worden geschat op 300, waarvan er 130 gedood zijn in actie.
In totaal werden 207 gebouwen verwoest of beschadigd.
Als u meer wilt weten over de slag om Groningen kunt u mee lopen met één van onze Battlefield Tours in de stad Groningen. Zie ons touroverzicht.